Als je ergens naartoe onderweg bent gebruik je tegenwoordig heel simpel Google Maps op je smartphone of een TomTom in de auto. Maar zolang bestaat dit nog helemaal niet en toch zochten de mensen vroeger ook wel is de weg. Natuurlijk zijn er ook landkaarten en wegenkaarten maar hier heb je niet altijd wat aan. Hoe moet je op zee bijvoorbeeld ooit weten welke richting je op moet. Hier is het kompas voor bedacht. Het meest ouderwetse navigatie instrument die je precies kan vertellen waar je naartoe moet (als je weet hoe je ermee om moet gaan).
Begin van het kompas
De aller eerste versie van het kompas is ontstaan in China, ongeveer vier eeuwen voor Christus. Dit was een totaal andere magneet als hoe we die nu kennen. Op een vlakke plaat werd een klein magnetisch kompasnaaldje in de vorm van een lepel gelegd. Deze lepel werd gemaakt van magnetische erts.
Een kompas voor op zee
Heel wat jaren na het eerste kompas werd er een kompas ontwikkeld die ook op zee kon worden gebruikt, dit was in 1031. Dit kompas was een echte verbetering van de eerder ontwikkelde modellen. Dankzij dit kompas werd navigeren steeds makkelijker en preciezer. Dankzij de uitvinding van dit kompas werd navigeren op zee dus ook mogelijk. Dit zorgde voor een enorme toename van de ontdekkingsreizen zoals wij die kennen.
De werking van het kompas
Maar hoe werkt zo een kompas dan precies? Dat is een vrij eenvoudig verhaal. Ieder kompas heeft een naald die vrij beweegbaar is. Deze naald wijst altijd naar het noorden. Dat komt door de magnetische aantrekkingskracht van de aarde. Door de magneet vrij op te hangen zal die door het aardmagnetisch veld altijd naar het noorden draaien. Dit maakt het dus altijd duidelijk waar dan precies het noorden en waar het zuiden is.
Hoe gebruik je een kompas?
Een kompas is een instrument waar niet iedereen even goed mee over weg kan, maar toch is het eigenlijk heel erg simpel. Een kompas gebruik je door het naar boven te houden en het middelpunt van de wijzers te vinden. De richting die de wijzer aangeeft is altijd het noorden. Als je weet waar het noorden is kan je de andere richtingen ook bepalen.
Ook kan je een kompas en een landkaart perfect combineren. Als je weet waar je naartoe wilt, zet je het kompas op de kaart. Vervolgens draai je het kompas zodat de noord wijzer ook naar boven op de kaart wijst. De lijn tussen het middelpunt van het kompas en de plek waar je bent, geeft de richting aan waarin je moet gaan om de bestemming te bereiken.
Alternatieven voor een kompas
Een kompas is een super handig instrument om te bepalen waar je naartoe wilt gaan, maar niet iedereen heeft er altijd één bij de hand. Gelukkig zijn er genoeg andere hulpmiddelen om te bepalen welke kant je naartoe moet gaan. Zo kan je bijvoorbeeld naar de stand van de zon kijken. Loop in de richting waarin de zon ’s ochtends opkomt. In de middag of avond zal de zon altijd in het westen staan. Zo kan je de andere richtingen ook bepalen.
Je kan ook naar de sterren kijken, maar hier moet het natuurlijk wel zonder voor zijn om de sterren te zien. Zo zijn er verschillende patronen in het sterrenstelsel. De Grote Beer is hier één van. Dit patroon loopt rondom de Noordster. Als je in de richting van de Grote Beer loopt ga je dus altijd richting het noorden.